Wonen is voor veel lage middeninkomens niet te betalen
Dat de Nederlandse middeninkomens tussen wal en schip vallen, is niets nieuws. Huishoudens met een laag middeninkomen verdienen te veel voor een sociale huurwoning, maar kunnen een huis in de vrije huur- of koopsector ook niet betalen. Dat wordt deze week weer bevestigd door een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Middeninkomens zitten knel
Wie behoort tot de groep met een middeninkomen? Volgens het PBL is dit een hele diverse groep, die varieert van jongeren tot ouderen, gezinnen en alleenstaanden. Ongeveer 1,5 miljoen huishoudens vallen onder de noemer middeninkomen.
De lage middeninkomens hebben het het zwaarst op de woningmarkt. Zij verdienen tussen de €34.678 en €38.690 bruto per jaar. Vaak ligt hun inkomen net boven het toegestane maximum waarmee je in aanmerking komt voor een sociale huurwoning, maar is het te weinig om een huurwoning van meer dan €700 per maand van te kunnen betalen. Kortom, een passende woning is er voor deze huishoudens eigenlijk niet. Alleen het verruimen van het maximale toegestane inkomen zou op korte termijn verlichting kunnen bieden, denkt het PBL.
Bijna helft goedkope scheefwoners kan geen huurwoning in vrije sector betalen
Mensen die in een sociale huurwoning wonen, maar hier eigenlijk een te hoog inkomen voor hebben, worden ook wel goedkope scheefwoners genoemd. Om hen te motiveren uit hun sociale huurwoning te vertrekken en in de vrije sector te gaan huren, kunnen zij extra huurverhoging krijgen. Door het PBL wordt echter opgemerkt dat een groot gedeelte van deze scheefwoners het moeilijk zou krijgen wanneer zij echt de vrije huursector in zouden moeten. De helft (44%) van deze scheefwonende middeninkomens kan namelijk helemaal geen huurwoning buiten de sociale sector betalen. Ook voor hen zou het verruimen van de sociale sector gunstig uitpakken. Het PBL roept het nieuwe kabinet daarom op om extra maatregelen te nemen, waardoor middeninkomens het snel makkelijker krijgen op de woningmarkt.