Vestia wil honderden sociale huurwoningen liberaliseren
Woningcorporatie Vestia wil een gedeelte van haar sociale huurwoningen overhevelen naar de vrije sector. Dit betekent dat deze woningen boven de liberalisatiegrens van €710,68 verhuurd gaan worden aan nieuwe huurders. Zeven gemeenten protesteren nu tegen deze plannen, omdat zij vinden dat er te weinig sociale huur overblijft.
Waarom deze plannen?
Waarom besluit Vestia nu om honderden woningen in de vrije sector te gaan verhuren? De afgelopen tijd hebben woningcorporaties verplicht hun woningen moeten onderverdelen in een sociale en commerciële tak. Een van de voorwaarden daarbij was dat corporaties wel mogen herverdelen, ofwel de huur van sociale woningen voor nieuwe huurders mogen verhogen zodat ze in de commerciële tak vallen. Dit mag alleen bij woningen die volgens het puntensysteem genoeg punten hebben voor een huur boven de liberalisatiegrens. Een andere voorwaarde is dat gemeenten wel genoeg sociale huurwoningen overhouden om aan de wettelijke doelstellingen voor volkshuisvesting te blijven voldoen.
Bezwaar van gemeenten
Vestia heeft naar aanleiding hiervan dus besloten om honderden woningen die aan de voorwaarden voldoen naar de vrije sector over te hevelen. Deze plannen zijn goedgekeurd door de Autoriteit Woningcorporaties, de organisatie die toezicht houdt op corporaties. Maar zeven gemeenten in Zuid-Holland en Noord-Brabant zijn niet blij met het ‘verdwijnen’ van deze sociale huurwoningen. Gemeenten Bergeijk, Brielle, Barendrecht, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Rijswijk en Zuidplas hebben bezwaar aangetekend en vragen de Autoriteit Woningcorporaties om de toestemming terug te draaien. Ze zijn namelijk bang dat er toch te weinig sociale huurwoningen overblijven.
Of en wanneer de Autoriteit Woningcorporaties de goedkeuring weer intrekt is nog niet duidelijk.