Steeds meer ‘tijdelijke huurwoningen’ als oplossing voor het woningtekort
Ze zijn snel gebouwd, goedkoop en hebben een lange levensduur: tijdelijke woningen. Steeds meer gemeenten kiezen er dan ook voor om tijdelijke woningen te bouwen als snelle oplossing voor de woningnood.
Microwoningen
Toen gemeente Den Bosch twee jaar geleden besloot dat er snel nieuwe woningen moesten komen in de stad, stonden er nog geen jaar later twee appartementsblokken met 36 microwoningen. Elke bewoner heeft een eigen voordeur, keuken, badkamer en slaapkamer. De huurprijs: € 450,- per maand, exclusief huursubsidie.
“Misschien gaan ze wel veertig of vijftig jaar mee. Maar in 2026 moeten ze verplicht weer weg, tien jaar na de oplevering. Dan verplaatsen we ze. Of we verkopen ze. Of, wie weet, blijven ze toch nog langer staan,” zegt Bahman Lake, projectleider nieuwbouw bij Brabant Wonen.
Maximaal 10 jaar
Ook in het Gelderlandse Nijkerk zijn ze te spreken over tijdelijke woningen. Ook hier was een groot tekort aan woningen waarna de gemeente 28 verplaatsbare microwoningen bestelde en ze liet plaatsen op een braakliggend bedrijventerrein. De woningen mogen, net als in Den Bosch, tien jaar blijven staan. “Daarna gaan ze naar een andere plek. Of ze blijven hier staan, maar dan moet de bestemmingsplan van de grond worden gewijzigd van bedrijven in woningen. We gaan uit van een levensduur van tenminste twintig jaar, maar dat is waarschijnlijk nog veel langer,” vertelt projectontwikkelaar Rudi Hol.
Snel gebouwd
De ervaring van woningcorporaties is dat de bouw van tijdelijke woningen veel sneller gaat dan die van permanente woningen. Permanente bouw kan tot wel drie jaar kosten, terwijl tijdelijke woningen binnen een jaar gebouwd zijn. “Zeker met hoogwaardige systeembouw kan het heel snel gaan”, zegt Lake van Brabant Wonen tegen de Volkskrant. Juridische procedures kosten volgens woningcorporaties wel veel tijd. “Inclusief beroepsmogelijkheden kan dat twee jaar duren. Drie jaar heb ik ook meegemaakt”, aldus Lake.
Tijdelijk wordt permanent
Volgens Marja Elsinga, hoogleraar woonbeleid en woningmarkt aan de TU Delft, worden tijdelijke woningen vaak permanente woningen, zoals in de wijken Vogeldorp en Disteldorp in Amsterdam-Noord. Beide wijken zijn in 1918 gebouwd als tijdelijke wijken, maar staan nu nog steeds.
Volgens Elsinga is het niet vreemd dat tijdelijke woningen vaak permanent worden. “De vraag naar woningen wordt eigenlijk nooit minder. Andere woningen zijn nooit snel voorhanden. De kwaliteit van tijdelijke woningen is tegenwoordig zo hoog, dat vervanging na tien jaar meestal niet nodig is. Bovendien: mensen gaan zich thuis voelen op een plek, ook in een tijdelijke woning. Dus zullen ze zich verzetten tegen het weghalen van hun huis.”