Nieuwe afspraken tussen woningbouwcorporaties en het kabinet

bron: NOS.nl, Rijksoverheid.nl

Afgelopen donderdag zijn er nieuwe afspraken gemaakt om het aantal sociale huurwoningen te verhogen en de huurprijzen van woningen voor mensen met een minimuminkomen te verlagen. Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft hiervoor nationale prestatieafspraken gemaakt met Aedes, de Woonbond en VNG.

Prestatieafspraken

Op 1 januari 2023 zal de verhuurderheffing worden afgeschaft. Dan komt er bij woningcorporaties jaarlijks circa 1,7 miljard euro investeringsgeld vrij. De corporaties hebben prestatieafspraken gemaakt waarbij het doel is gesteld om met het geld de bouwproductie van sociale huurwoningen te verdubbelen. Ook zal de huurmatiging, de verduurzaming van 675.000 woningen, en een verplichte huurverlaging voor de laagste inkomens toegepast worden. Er zal er ook 1,5 miljard euro geïnvesteerd worden in woningverbetering en het aanpakken van schimmel- en vochtproblemen.

Verdubbeling bouwproductie

Het bouwtempo moet bijna verdubbeld worden om het huidige tekort aan sociale huurwoningen en de eindeloze wachtlijsten aan te pakken. Het doel van de woningcorporaties is om binnen acht jaar 250.000 sociale woningen bij te bouwen. Ook is afgesproken dat de corporaties 50.000 middenhuurwoningen gaan bouwen, de corporaties krijgen ook voor deze woningen tot en met 2030 de tijd om ze op te leveren. De prijs van de middenhuurwonigen moet liggen tussen de € 850,- en de € 1000,-.

Tegen het eind van het jaar worden er regionale woondeals opgesteld door provincies en gemeenten in samenwerking met corporaties en huurders. Dit wordt gedaan om per gemeente duidelijk te krijgen hoeveel sociale huurwoningen en middenhuurwoningen er bijgebouwd gaan worden door corporaties tot en met 2030. Eind dit jaar zullen gemeenten bekendmaken waar deze woningen gaan komen. Iedere gemeente streeft naar minimaal 30 procent sociale huur. In de wet zal een duidelijke definitie van sociale huur worden opgenomen.

Verantwoording huurstijging of -verlaging

In de afspraken over betaalbaarheid is een balans gemaakt tussen generieke maatregelen waar huurders van profiteren en specifieke maatregelen waar mensen met lagere inkomens en mensen met niet-duurzame woningen van profiteren. De komende drie jaar gaan corporaties alle huren verminderen voor verhuurders. Daarnaast wordt de koppeling met de inflatie losgelaten en wordt de maximale huursomstijging 0,5 procent lager dan de CAO-loonontwikkeling. Zo kunnen de huren minder hard stijgen dan de lonen. Huurders met een laag inkomen (op of onder 120% sociaal minimum) worden geholpen met een wettelijk verplichte eenmalige huurverlaging tot € 550,-. Hiervoor komen ongeveer 510.000 huishoudens in aanmerking. De gemiddelde huurverlaging bedraagt ongeveer € 57,- per maand. Dit komt in de plaats van een generieke huurbevriezing in 2024. Corporaties met voorrang gaan een deel van hun nieuwe middenhuurwoningen toewijzen aan doorstromers uit de sociale huursector.

Gerelateerd nieuws

Lees ook