Kabinet wil dreigende huurstijging beperken in de vrije sector.

Maximale huurstijging beperken

Ondanks dat de maximale huurverhoging al drie jaar lang beperkt is met deze regel, zorgt de inflatie er toch voor dat de huurprijzen aanzienlijk stijgen. De woonbond en het kabinet zijn van mening dat dit zo snel mogelijk moet worden aangepast. Minister De Jonge van Volkshuisvesting wil vanaf 2023 met een ministeriële regeling de maximale huurstijging beperken. Voorheen mochten de vrije sector verhuurders met een huur van minimaal 750 euro per maand de huren onbeperkt verhogen. Na een wetsvoorstel van de PvdA dat werd aangenomen is de maximale verhoging tot de helft van 2024 begrensd met de huidige regel van de inflatie plus 1 procent. Door de geldontwaarding is die regel niet meer langer passend.

Gelijk stellen aan de sociale sector

De Jonge is van plan om de kloof in de huurontwikkeling tussen de vrije sector en de sociale sector te te beperken. Ook voor de vrije sector calculeert het kabinet jaarlijks een maximaal percentage waarmee de huren mogen stijgen. Het is nog vastgesteld wat de maximale huurstijging voor volgend jaar zal zijn. De Jonge heeft eerder deze week in een wetsvoorstel benoemd dat hij eraan denkt om de huurverhoging “eventueel gelijk te stellen aan de inflatie of zo nodig zelfs om een andere grondslag te hanteren.”

De woonbond, die opkomt voor de belangen van huurders, is het eens met De Jonge. Zij willen dat de inflatie wordt losgekoppeld van de huurverhoging. Als dit niet gebeurt zouden stijgingen volgens de bond op 7 tot 8 procent kunnen uitkomen. Dit zal betekenen dat huurders in de vrije sector een huurverhoging kunnen krijgen van wel 100 euro per maand. Ook stelt de Woonbond een huurbevriezing voor, zodat er tijd is om na te denken over het toekomstige huurbeleid. De woonbond ziet ook een kans in het koppelen van de huurstijging aan de gemiddelde stijging van de lonen.