Huurwoning verkopen wordt makkelijker
Van buitenaf lijkt het heel eenvoudig te gaan: de verkoop van een huurwoning. We hebben het dan over de huurwoningen van woningcorporaties, die je regelmatig in de verkoop ziet staan. In werkelijkheid kost het een corporatie nog best wat moeite om die stap te zetten. Zo moet de woningcorporatie het Rijk om toestemming vragen om een woning te mogen verkopen.
Daar komt verandering in. Per 1 november al worden de voorwaarden voor dergelijke verkopen versimpeld. De toestemming van de minister is in veel minder gevallen nodig. Wel moeten de corporaties de verkopen achteraf in hun jaarverslag verantwoorden. Belangrijke voorwaarde is dat eerst de woning te koop aangeboden moet worden aan de huurders die er op dat moment in wonen. En die huurder moet dan wel meer dan 10% korting krijgen. Daarbij geldt in ruil dan weer een verplichte afspraak over winstdeling. Als het huis binnen 10 jaar doorverkocht wordt, dan moet daarnaast ook de korting terugbetaald worden aan de corporatie.
Deze vereenvoudiging van de regels geldt vooral als het gaat om woningen uit de vrije sector. Woningen dus, die een huur hebben van meer dan € 652. En er is een uitzondering op deze regel: als huurwoningen complexgewijs verkocht worden moet de minister nog steeds wel toestemming geven.
In de Woonvisie van minister Donner is een kooprecht voor huurders opgenomen. Dit kooprecht zou huurders van sociale huurwoningen (dus met een huur onder de bovengenoemde grens) het recht geven om hun woning tegen een relatief aantrekkelijke prijs te kopen. In het persbericht van de overheid over de vereenvoudigde regels staat letterlijk ‘vooruitlopend op de aangekondigde introductie van het kooprecht voor huurders’. Mogen we daaruit afleiden dat dit recht er daadwerkelijk komt? Er wordt behoorlijk over dit onderwerp gediscussieerd, diverse deskundigen kraken het plan behoorlijk af. We zijn dan ook erg benieuwd naar de nadere uitwerking van dit kooprecht voor huurders.