Huurprijzen vrije sector zijn gestegen, maar de stijging vlakt wel af
De gemiddelde huurprijs van vrije sector huurwoningen zijn in het tweede kwartaal van 2022 met 1,3 procent gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat blijkt uit de cijfers van woningplatform Pararius. Het stijgingspercentage ligt aanzienlijk lager dan dat op de koopmarkt het geval is.
Prijzen op de koopmarkt flink gestegen
Ondanks dat de huurprijzen wederom zijn gestegen, is de huurprijsstijging wel vereffend. Jasper de Groot, directeur van Pararius, zei hierover het volgende: “Bij economische groei is een prijsstijging rond de vijf procent volkomen normaal. De procentuele prijsstijging van dit kwartaal - 1,3 procent - valt gezien de huidige inflatie eigenlijk behoorlijk mee”. Dit valt niet te zeggen over de koopmarkt, volgens cijfers van de NVM lopen de prijzen daar sinds 2017 juist heel erg op. Het afgelopen kwartaal zelfs met 10,6 procent. In het eerste kwartaal van 2022 werd de gemiddelde woning voor 13,7 procent meer verkocht dan het jaar ervoor. Het kwartaal daarvoor spande de kroon met een stijging 20,7 procent. De Groot zegt: “Dat zijn in mijn ogen pas zorgelijke cijfers, die werden veroorzaakt door hoge leencapaciteit bij een lage hypotheekrente.”
Prijs per vierkante meter
De gemiddelde vierkantemeterprijs per maand van vrije sector huurwoningen was in het tweede kwartaal van 2022 €17,04. In het eerste kwartaal betaalden huurders € 17,18 per vierkante meter per maand. Het verschil tussen Q1 2022 en Q1 2021 was het grootst, toen was er een stijging van 6,7 procent.
In de vijf grootste steden: Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht - steeg de gemiddelde huurprijs van vrije sector woningen procentueel gezien meer dan het landelijk gemiddelde. In Eindhoven, de “goedkoopste” van de vijf, zijn de huurprijzen van vrije sector woningen afgelopen kwartaal gemiddeld met 11,1 procent gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook in Amsterdam zijn de prijzen gestegen (+10,5%). Nieuwe huurders betaalden daar gemiddeld € 24,67 per vierkante meter per maand. Utrecht was op onze hoofdstad na de duurst, huurders betaalden afgelopen kwartaal gemiddeld € 20,06 per vierkante meter per maand, dat is 3,4 procent meer dan vorig jaar. In Den Haag en Rotterdam ligt de het bedrag in de buurt van het landelijk gemiddelde.
“Het is onbegrijpelijk en niet logisch”
Hugo de Jonge, Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, liet in mei weten dat hij van plan was om in te grijpen op de vrije sector huurmarkt en het middenhuursegment wil reguleren. Hiervoor stuurde hij het programma ‘Betaalbaar wonen’ naar de Tweede Kamer. In het programma stond vermeld dat huurwoningen tussen de € 1.000,- en € 1.250,- gereguleerd moeten worden om het huuraanbod te vergroten en de onredelijk hoge huurprijzen tegen te gaan. Volgens Jasper de Groot zullen deze maatregelen er voor gaan zorgen dat het middensegment niet voor meer huuraanbod in de vrije sector zal zorgen, maar dat het aanbod juist zal afnemen. “Het is voor beleggers niet rendabel om te investeren in een gereguleerd huursegment. In plaats van meegaan met de plannen van de overheid, vernemen wij nu al uit de markt dat beleggers aanstalten maken hun woningen te verkopen in plaats van opnieuw te verhuren. Dit krijgen we ook regelmatig teruggekoppeld van makelaars en zien we terug op ons platform. In het tweede kwartaal van 2022 werden een stuk minder woningen aan- en afgemeld dan in de kwartalen ervoor. Het huuraanbod in de vrije sector loopt terug.”
Uit het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2021, dat wordt opgesteld en uitgegeven door het Ministerie van Binnenlandse zaken, blijkt dat ruim 32 procent van de totale woningvoorraad uit sociale huurwoningen bestaat. “Nederland is absolute koploper in Europa wat betreft sociaal huuraanbod”, stelt De Groot. “De plannen van het kabinet om dit aanbod te vergroten slaan als een tang op een varken.”
Volgens het rapport zijn er momenteel bijna 205.000 ‘goedkope scheefhuurders’, dit zijn huurders die volgens de huurgrenzen van het woonbeleid te veel verdienen in verhouding met de huur die zij moeten betalen voor hun (sociale) huurwoning. De Groot: “Idealiter zou deze groep mensen moeten kunnen doorstromen naar een woning die past bij hun inkomen, zodat hun goedkope huurwoning beschikbaar komt voor mensen die deze harder nodig hebben. En precies daar wringt de schoen, want doorstroming is momenteel onmogelijk. Vrije sector huurwoningen zijn in principe de ‘smeerolie’ tussen de sociale huursector en de koopmarkt, maar juist die vrije sector wordt steeds meer gedecimeerd. Het is logisch dat de prijzen van huurwoningen in de vrije sector blijven stijgen als vraag en aanbod zo in disbalans zijn.”
De Groot maakt zich zorgen over de plannen van de overheid om ruim 90 procent van de huurmarkt te reguleren, hij stelt dat deze eerder meer problemen tot gevolg zullen hebben dan dat de druk op de woningmarkt opgelost wordt. Eerder is het plan in Berlijn en Zweden uitgevoerd waar het heeft gefaald. “Er blijven straks slechts twee samen over in Nederland. Of men bezit een koopwoning of men huurt in de sociale huursector. De vrije huursector wordt steeds schaarser, wat zal leiden tot torenhoge huren. De creatie van een nieuw gapend gat tussen sociaal en vrije sector is in de maak.”