Huurprijs vrije sector omlaag? De meningen zijn verdeeld
Om het te lage aanbod van huurwoningen in het middensegment aan te pakken, moet de minimale huurprijs voor een vrijesectorwoning worden verlaagd. Tenminste, als het aan de NVM (Nederlandse Vereniging van Makelaars) en de brancheorganisatie van vastgoedmanagers (VGM NL) ligt. Volgens de vereniging van woningcorporaties, Aedes, zou deze verlaging juist een averechts effect hebben.
Verplaatsing aanbod van sociale huur naar vrije sector
De NVM stelt voor om de huidige minimale huurprijs voor de vrije sector te verlagen van 710,68 naar 618,24 euro per maand. Vanaf deze grens wordt geen huursubsidie meer verstrekt.
Hiermee zou een aanzienlijk deel van de huidige sociale huurwoningen voortaan tot de vrije sector behoren, dat daarmee het aanbod flink vergroot. Dit zou veel mensen helpen die te veel verdienen voor sociale huur, maar te weinig voor het afsluiten van een hypotheek.
Averechts effect
Bij Aedes verwacht men echter dat het verlagen van deze liberalisatiegrens een negatief effect zal hebben. Allereerst vindt de vereniging het niet correct dat vele huishoudens het risico lopen om met hogere huurlasten te maken te krijgen, doordat ze veelal verplicht woningen boven de 618,24 euro krijgen toegewezen.
Ook is de inkomensgrens voor sociale huurwoningen enige tijd geleden verhoogd, waardoor de doelgroep voor sociale huur behoorlijk is gegroeid. Wanneer er meer mensen in aanmerking komen voor een sociale huurwoning terwijl het aanbod juist afneemt, wordt de kans op een sociale huurwoning voor veel huishoudens erg klein.
De Woonbond noemt het voorstel voor verlaging van de liberalisatiegrens zelfs een ‘verkapte aanval op de voorraad betaalbare sociale huurwoningen’, waar nu al een groot tekort aan is. Het overbrengen van woningen naar de vrije sector zou dit tekort nog veel groter maken.