Grote zorgen over betaalbaarheid van sociale huurwoningen
De verhuurdersheffing heeft indirect enorme gevolgen op de betaalbaarheid van sociale huurwoningen, zo blijkt uit onderzoek van Woningnet. De huren stegen de afgelopen jaren al met tientallen procenten, vooral in de regio’s Amsterdam, Utrecht en stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Ondertussen dalen de bruto-inkomens van de huurders. Door de heffing lijken de problemen zich alleen maar op te stapelen. Zo zijn veel huurders momenteel bijna 40% van hun inkomen kwijt aan de kale huur.
Gemiddelde huurprijs gestegen
Het onderzoek van Woningnet laat zien dat de betaalbaarheid van sociale huurwoningen in sneltreinvaart afneemt. Zo stegen in de afgelopen drie jaar de huur van nieuw aangeboden huurwoningen in Amsterdam met maar liefst 22%. De inkomens van huurders daalden juist weer met 5%. In Utrecht stegen de huurprijzen met 31%, in de stedendriehoek met 20%. De gemiddelde huurprijs van nieuw aangeboden sociale huurwoningen steeg in alle regio’s van 448 euro naar 556 euro, een gemiddelde stijging van 24%.
Bruto-inkomen gedaald
Tegenover deze huurstijgingen staat dus het dalende inkomen van huurders. In Amsterdam was die daling gemiddeld 5%, in Utrecht 2% en in de stedendriehoek 6%. Nieuwe huurders zijn momenteel 37% van hun inkomen kwijt aan kale huur. Dit is dus zonder de kosten voor bijvoorbeeld gas, water en licht. Eenoudergezinnen zien maar liefst 40% van hun bruto-inkomen verdwijnen in het zwarte gat van de huurlasten.
Huurders met lage inkomens
De aanstaande verhuurdersheffing belooft niet veel goeds. Om de heffing te kunnen bekostigen zullen veel verhuurders gebruik maken van de maximale huurverhoging. Met als gevolg dat sociale huurwoningen onbetaalbaar worden, zeker voor de huurders met de laagste inkomens. Terwijl sociale huur in principe juist voor deze doelgroep is bedoeld.